Voorbeeldsituaties

Als je je aanmeldt als klant van de voedselbank dan volgt er een intakegesprek (screening) om te bekijken of je in aanmerking komt voor een voedselpakket. De screener neemt daarvoor telefonisch contact met je op om een afspraak te maken. Daarvoor gebruikt hij/zij mogelijk een afgeschermd nummer (anoniem). Dit geldt ook voor de herscreening die elk half jaar plaatsvindt. 


Voorbeeld 1. De familie Jansen

Het gezin bestaat uit een alleenstaande moeder met 2 kinderen. Zij wonen in een huurwoning in het Westerkwartier. Moeder ontvangt maandelijks uit allerlei bronnen inkomsten te weten: 

  • Uitkering gemeente € 1155 
  • Huurtoeslag € 350 
  • Zorgtoeslag € 123 
  • Kind gebonden budget € 550 
  • Totaal inkomsten € 2178 

          De uitgaven die ze per maand hebben, zijn achtereenvolgens: 

          • Huur € 590 
          • Energie € 295 
          • Water € 17 
          • Huishoudelijke en persoonlijke uitgaven € 295 
          • Ziektekostenverzekering € 145,60 
          • WA-verzekering € 9,50 
          • aflossen van schulden € 365 
          • Totaal uitgaven € 1.717,10 

                        Daarmee is het beschikbare bedrag € 460,90. Daarmee blijven ze binnen de norm van € 565. 

                        Op het moment van herscreenen kan het zijn dat de schulden zijn afgelost. Dan komen ze door het stijgen van de beschikbare ruimte op € 825,90. Dan komen ze boven de norm uit.

                        Voorbeeld 2: De familie Pietersen

                        Het gezin bestaat uit vier personen. Door onfortuinlijke omstandigheden staan ze onder bewind. De bewindvoerder heeft voor hen weekgeld geregeld waarvan ze moeten leven. Ze krijgen € 100 per week. Dat betekent voor de toetsing een omrekening van 100 x 52 (weken) = € 5200 per jaar. Dat komt uit op € 433 per maand. De norm voor dit gezin is € 685. Op grond hiervan zouden ze een pakket kunnen krijgen. Er is alleen één maar! 

                        Bij de screening kijken we of de bewindvoerder eenzelfde berekening maakt als wij zouden maken op basis van de inkomsten en uitgaven van het gezin. En wat blijkt? In het overzicht staan kostenposten die de screener van de voedselbank niet meeneemt in de berekening. Kosten voor een auto bijvoorbeeld. Als een auto niet noodzakelijk is voor het verwerven van inkomsten, nemen wij die kostenpost niet mee. Het aanleggen van een spaarpot voor onvoorziene omstandigheden wordt ook niet meegenomen. 

                        De bewindvoerder heeft per maand een spaaractie van € 200 en autokosten van € 150 opgenomen. Daardoor stijgt de vrije ruimte naar een bedrag van € 783. Doordat de screener deze bedragen niet meeneemt, heeft dat tot gevolg dat het gezin niet in aanmerking komt voor een voedselpakket.